Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], God heeft [7]Zijn volk niet [8]verstoten, hetwelk Hij te voren [9]gekend heeft. Of [10]weet gij niet, wat de Schrift zegt [11]van Elia, hoe hij God [12]aanspreekt [13]tegen Israel, zeggende: 7. Namelijk dat waarlijk Zijn volk was, niet naar het vlees alleen, maar ook naar de belofte. 8. Zie vs.1. 9. Dat is, voor de Zijnen erkend en verkoren heeft; Matth.7:23; Joh.10:14; hfdst.8 vs.29; 2 Tim.2:19; 1 Petr.1:2,20. 10. Dat is, ik meen dat gij wel weet. 11. Grieks, in Elia; dat is, in de geschiedenis van Elia, die beschreven wordt 1 Kon.17, en in de volgende hoofdstukken. 12. Grieks, bejegent, ontmoet; namelijk met woorden. 13. Dit kan gevoegd worden, of met het woord aanspreekt, of met het woord zeggende; namelijk klagende over den afval der Israelieten.